Nieuwsbrief 8


Het is half juli. De velden staan vol zonnebloemen. Wat een overdaad aan geel. Geen wonder dat van Gogh de zonnebloem zo mocht.

Ondertussen gaat de verbouwing door. In het stuc dat buurman Giovanni gisteren op de muren heeft aangebracht zijn scheuren verschenen. Op het immer onbewogen gezicht van Giovanni is een lichte paniek te bespeuren. Hoe gaan de Nederlanders hier op reageren? We bekijken de situatie. Zal het stuc naar beneden komen? Johan inspecteert de muur en oordeelt dat er niets aan de hand is – het stuc is weliswaar gebarsten, maar het zit goed vast. Er moet gewoon een nieuwe dunne laag over de scheuren worden aangebracht. De volgende dag wordt nieuw stuc op de gebarsten laag gesmeerd en naar het zich laat aanzien blijft het zitten waar het zit.

Nu het stuc er eenmaal opzit, moet het worden gladgeschuurd. Dat gebeurt met een schuurmachine. Na een half uurtje schuren hangt er in de keuken en woonkamer een dichte mist. Als de mist is opgeklaard heeft zich een dikke laag witte poeder gevestigd op vloeren en vensterbanken. Het lijkt nog het meest op poedersuiker en je zou er zo een likje van nemen. We vegen het bij elkaar en scheppen het, als ware het sneeuw, met scheppen tegelijk de vuilnisbak in.
Na het schuren met de schuurmachine volgt het schuren met de hand. Giovanni legt ziel en zaligheid in dit tijdrovende werkje. De muren worden spiegelglad en zo zacht als een babyhuidje. Van ons had het ook iets minder zacht gemogen, vanwege al het stof, maar Giovanni is trots op het resultaat. En dat genoegen willen we hem niet ontnemen. Dus bewonderen we de muren en beloven er, op zijn verzoek, zo min mogelijk tegen aan te stoten.

Om de vorderingen in de bouw te vieren openen we regelmatig een flesje Prosecco. Het bruist als champagne en als je er 2 glaasjes van op hebt smaakt het er ook naar. We eten er graag een schaaltje aardbeien bij. Is dit ook niet de favoriete drink en snack van een of andere Hollywood ster? Dat komt mooi uit, want vandaag zien we er uit als filmsterren. We zijn bij kapper Marco geweest en die heeft weer eens wonderen verricht. Marco weet van elke vrouw een Loren te maken, en van elke man een Mastroianni. Ook dankzij zijn vrouw Alina, die spoelt en wast, en wast en spoelt, en epileert en manicuurt, en wat niet. Helaas is het resultaat maar van korte duur, maar mooi is het wel.

’s Avonds maken we graag een wandelingetje over de strada bianca (ongeasfalteerde weg) die voor ons huis loopt, en die voert over heuvels en door dalen. Het landschap is van een schoonheid die blijft verbazen; hopelijk zullen we er nooit aan wennen. Mimi gaat ons voor in de galop, die gekke kat. Gaan we te ver naar haar zin, dan keert ze om, richting huis.