Nieuwsbrief 17


Italianen houden van feestjes. In elk dorp, groot of klein, vinden er, vooral in de zomermaanden, allerlei festiviteiten plaats.
Er zijn feste, feesten die zijn opgedragen aan de Madonna, de engelen, of deze of gene heilige, en er zijn sagre: eetfestijnen die in het teken staan van een bepaald soort voedsel, bijvoorbeeld la sagra dei fiori di zucca fritti (feest ter gelegenheid van de gefrituurde bloemen van de pompoenen), of la sagra delle farfalle (het feest van de vlindertjespasta).

De zomerse festiviteiten gaan gepaard met veel muziek, dans, theater, kunstexposities, en vuurwerk. Van ‘s morgens vroeg tot ’s avonds laat zijn er activiteiten. Soms zelfs ’s nachts, en iedereen mag komen.
‘Jullie houden wel van feestjes’, zeg ik tegen Michela, ‘da’s zeker als dank voor het voedsel en om de heiligen te eren’. Michela lacht en zegt dat het meer te maken heeft met commerciële dan met religieuze motieven. De feesten zijn een goede manier voor de dorpen om wat geld te genereren.

Op sommige feesten staat de specialiteit van deze regio centraal: porchetta (geroosterd varken). Het is een indrukwekkend gezicht: zo’n groot, goudbruin gekleurd varken aan het spit. De buitenkant is knisper-knapperig, de dikke onderhuid bestaat uit vet. Zo vet, dat wil je eigenlijk niet weten, en dus eigenlijk ook niet eten. Maar het vlees is erg lekker, vooral in combinatie met de vulling van venkel, rozemarijn en knoflook.
Italianen eten de porchetta graag en veel. Op het nieuws horen we dat er regelmatig mensen in het ziekenhuis belanden die zich te buiten zijn gegaan aan het eten ervan.

Te veel porchetta maakt je ziek en natuurlijk ook te dik, maar dik zijn is hier nog niet zo’n taboe als in Nederland. In Selci wordt een Miss Porchetta verkiezing gehouden, bedoeld voor meisjes die meer dan 85 kilo wegen. Het mooiste meisje krijgt een tegoedbon voor een groot, geroosterd varken. De titel Miss Porchetta lijkt ons een dubieuze eer, maar de Italianen denken daar kennelijk anders over.

Vanmorgen om 6 uur werden we gewekt door een oorverdovend geknars, gepiep en gerammel. Het klonk alsof er een bataljon tanks onze strada bianca was opgereden. Het bleek buurman Daniele te zijn, die met een van zijn landbouwmachines de weg onveilig maakte. Hij bezit vele indrukwekkende exemplaren, maar zijn mooiste (en luidruchtigste) is een rood verroest rupsvoertuig. Het ding rammelt en het schudt dat het een aard heeft. Daniele zit bovenop. Zijn bruine buik en handen rusten op het stuur.

We worden wel vaker vroeg gewekt, maar dat komt door de jagers die, gewapend met geweren en vergezeld van een horde blaffende honden de velden intrekken. Ze gaan op jacht naar everzwijnen en hazen, en ook naar vogels, o.a. merels en vinken. De jacht gaat de hele ochtend door. Pas rond het middaguur wordt het laatste schot gelost. De vogels worden vaak verkocht aan restaurants, waar ze, uitgezonderd de veren en de hagel van de jachtgeweren, in hun geheel worden verorberd als een echte delicatesse. Leven in Italië vereist soms een sterke maag.

Makelaar Joke die voor ons een vaste telefoon- en ADSL verbinding bij Telecom zou aanvragen heeft de handdoek in de ring gegooid. ‘Met Telecom gaat het niet lukken’ meldt ze.
Misschien is de klus te moeilijk, het weer te warm, de afstand te groot.
Alleen de verantwoordelijke technicus kan zeggen waarom hij niet komt. En die krijgt ze nooit te spreken. ‘Jullie kunnen het beter via een ander systeem proberen,’ zegt Joke, ‘draadloos’. Maar dat doen we dus al en dat bevalt niet heel erg.