Nieuwsbrief 7


Het is 38 graden. In de supermarkt is het `s morgens om half negen al behoorlijk druk. De winkel is ook open tijdens il pranzo (de middagmaaltijd), wat ongebruikelijk is in Italië en helemaal met deze hitte omdat werkelijk niemand zich op straat waagt. Niemand behalve een paar veel te warm geklede Nederlanders die nog veel moeten leren. Puffend sjouwen we heen en weer met wijnflessen en boodschappentassen. We zweten op plaatsen waar we dachten niet te kunnen zweten. Dit doen we niet nog een keer.

In Giorgia’s huis hangen zware gordijnen voor de ramen: eerst vitrage, daaroverheen twee dikke overgordijnen. Het blijkt geen overbodige luxe te zijn, maar een effectieve manier om de warmte uit je huis te houden. Als rechtgeaarde Nederlanders die zo vaak verstoken zijn geweest van warmte willen wij daar natuurlijk niet aan. Dus hangen we fragiele vitrage voor de ramen, want dat staat mooi, vooral als de zon er op een speelse manier door naar binnen schijnt.
De fragiele vitrage wordt al spoedig verwenst. In de slaapkamer wordt het snikheet, ook al ligt hij aan de schaduwkant. We nemen direct maatregelen. We hangen een ventilator aan het plafond en we doen wat alle Italianen doen: overdag gaan de luiken dicht en pas `s avonds als de wind opsteekt gaan ze weer open. In het hele huis is het nu aangenaam koel. Zelfs buitenkat Mimi blijft binnen.

Buurman Francesco heeft vorige week weer hout geleverd voor de open haard. Het is verstandig om het hout in de zomer te bestellen, want het is nat en dan kan het goed drogen voor de winter. Het hout arriveert in dikke stammen die nog een keer gekliefd moeten worden. Aan Francesco’s rechterhand ontbreekt zijn duim en wij hebben wel een vermoeden hoe dat komt. Francesco houdt de dikke stam met beide handen in balans, zijn enige, nog resterende duim bovenop, en nèt voordat zijn maat de bijl laat neerkomen, trekt hij snel zijn handen weg. Het tafereel doet ons naar adem happen. Maar Francesco kent geen angst. Ook al loopt hij het risico ook zijn andere duim te verliezen, hij blijft doorgaan met deze praktijk.

Aan onze olijfbomen zijn olijven verschenen. Kleine groene pareltjes zijn het en het zijn er heel veel. Dat belooft wat. Maar wat eigenlijk precies? Hoeveel olijven zijn er nodig voor een litertje olie? Zijn onze acht bomen genoeg? We weten niets van olijven en zullen in de leer moeten gaan bij Francesco. Hij heeft behalve olijven nog vele andere fruitbomen: druiven, vijgen, pruimen, citroenen en wat niet. Dochter Michela brengt regelmatig een mandje met lekkers. Bijvoorbeeld als ze langskomt voor de Italiaanse conversatieles. Twee keer per week ondergaan we nu een algehele onderdompeling in het Italiaans: een keer bij Giorgia en de andere keer bij Michela. Het is heerlijk en uitputtend tegelijk. Chè lingua! (Wat een taal!)