Nieuwsbrief 5



De temperatuur is opgelopen tot boven de 35 graden.
Poes Mimi zoekt haastig de schaduw op als de zon zijn licht op haar laat schijnen. Ook wij mijden de zon. Eigenlijk is binnen blijven nog het beste, maar dat is moeilijk voor ons Nederlanders die zo vaak verstoken zijn geweest van mooi weer.

Onze eerste week in Italië brachten we door in een gehuurd huis – een authentieke, en bijzonder mooi gelegen rustico (rustiek boerenhuis/landhuis). Het was begin februari en behoorlijk koud. De karakteristieke rustico was helaas niet warm te krijgen. De centrale verwarming was lang niet toereikend, en de enorme open haard blies meer rook de woning in dan eruit. We konden kiezen: of in de rook zitten, of in de kou. Nu, 5 maanden later, ruiken we in onze kleding nog de lucht van verbrand hout.

Pàng, plop, beng, horen we regelmatig in het huis. Misschien zijn het de overvolle elektriciteitsdozen die openbarsten of de schroeven die de kromgetrokken deurposten op hun plaats proberen te houden. Het kan ook het vuurwerk zijn uit een van de naburige plaatsjes want vaak is er in een omliggend dorp een festa wat steevast wordt afgesloten met geknal. Of misschien zijn het de jagers die in de buurt op everzwijn schieten? We houden het er maar op dat overdag door de warmte alles een beetje uitzet, en s’nachts bij relatieve koelte alles weer een beetje inkrimpt. Het huis is 12 jaar onbewoond geweest en verzet zich nu een beetje.

Onze bouwmaterialen kopen we bij Feretti. Deze bouwmarkt bevindt zich onder aan een heuvel, half verscholen achter de struiken. Bij binnenkomst lijkt het een klein winkeltje te zijn, maar al gauw blijkt dat er achter deze ferramenta (ijzerwinkel) een enorm complex schuil gaat. Onder de winkel bevinden zich de catacomben met werkelijk alles op het gebied van Fai da Te (Doe het zelf). Een waar Mekka dus voor de doe-het-zelver.

Zulke verrassingen doen zich vaker voor. Ogenschijnlijk kleine winkeltjes, met verbleekte uithangbordjes blijken een enorme keus en kwaliteit te bieden op velerlei gebied. Je moet ze alleen wel weten te vinden. De pagine gialle (gouden gids) biedt niet altijd uitkomst. Veel beter is om via via je adresjes te vinden. Wat anderen aanbevelen is bijna altijd goed. Het lijkt een van de principes te zijn waarop de Italiaanse maatschappij is gebaseerd: heb je iets of iemand nodig vraag het aan iemand die je kent en wiens oordeel je vertrouwt.

Aankopen doen in Italië is een genoegen, niet alleen bij Feretti. Vaak word je verwelkomd met een enthousiast buongiorna signora / signore. Soms springt men bijkans in de houding. Kom je ergens regelmatig dan worden er handen geschud en aardige woorden gesproken. Ook krijg je vaak iets extra’s (bijv. verse kruiden bij de groenteboer), of prijzen worden naar beneden bijgesteld. Het is een plezierige vorm van klantenbinding die werkt.