Nieuwsbrief 2




Vandaag is het weer una bella giornata (een mooie dag) maar ook op mooie dagen wordt gewerkt. De bovenverdieping moet nog worden geschilderd en in de kelder worden muren opgetrokken. Om de verbouwing te bespoedigen hebben we er nog 2 mannetjes bijgenomen: Antonio en Luca, vader en zoon. Twee harde, betrouwbare werkers.

Aan vaklui is hier geen gebrek: elektricien, loodgieter of metselaar - als je ze nodig hebt staan ze meteen voor de deur. Omdat de lonen laag zijn en er vaak geen werk is hebben veel mensen 2 of meer banen. Zo is de loodgieter ook buschauffeur, de elektricien ook ambtenaar, de metselaar ook geometra (soort architect). Zelfs de burgemeester heeft er een baan bij als accountant. (Oude) mensen die niet kunnen werken hebben het niet gemakkelijk.

In ons dorp zie je ze vaak op straat: groepjes oudere jongeren. Het zijn oudere hangjongeren. Men praat wat, kijkt wat, men hangt rond. Het postkantoor blijkt een belangrijke ontmoetingsplaats. Mensen lopen in en uit, begeven zich achter de balie, kletsen wat, verdwijnen weer. Vaak zonder postzaken te doen. De postbode deelt de post alvast uit, dat scheelt hem weer een paar ritjes.
We ontvangen de post onregelmatig. De postbode lijkt de post op te sparen en onder te verdelen in 2 soorten: persoonlijke en zakelijke post. De ene keer krijgen we het een, de andere keer het andere. Ons is niet helemaal duidelijk waarom. Daar moeten we nog eens een hartig Italiaans woordje met hem over spreken.
De taal is echt genieten, ook al spreken we het verre van perfect. Italianen zijn vaak moeilijk te verstaan, omdat ze voor ons gevoel te snel spreken of met een accent. Gelukkig vinden ze het niet erg om dingen te herhalen. Ze doen dat met overgave.

Elke vrijdag- en zaterdagavond komen Italianen, Engelsen en Nederlanders samen in bar Il Greco. We zijn er nog maar een keer geweest maar het is een gezellig samenzijn. Het is eigenlijk een wijn -en olijfolieproeverij met veel mooie d.o.c’.s. Il Greco zit in een prachtig plaatsje. Het wemelt hier trouwens van de mooie plaatsjes en landschappen. Deze streek (Sabina) wordt met recht het juweel van Lazio genoemd.

Overigens kopen wij onze olijfolie bij onze buurman Francesco. Dat is dezelfde buurman die ons en alle verhuizers op de dag van de verhuizing zo gastvrij onthaalde op een uitgebreid pranzo (warm middagmaal). Een hele ervaring was dat. De man is een contadino (boer), en woont zeer eenvoudig, maar daar zaten we dan met een mannetje of 8 te smullen en te drinken, en la mamma en haar dochters keken goedkeurend toe.

We missen Nederland geen moment, maar misschien komt dat nog. Wat we wel missen is een vaste telefoonlijn en ADSL. Onze makelaar is het niet gelukt en klagen helpt ook al niet. We gaan nu zwaarder geschut inzetten: de gemeenteambtenaar die ons aan een identiteitskaart geholpen heeft kan het misschien wel regelen, of anders de burgemeester … (?)

Nu is het tijd voor il pranzo (het middagmaal), en dan ligt alles hier stil. Zelfs de vogels houden dan hun snavel. Italianen eten binnen; wij buiten, maar als het nog warmer wordt zullen ook wij de koelte van binnen opzoeken.